Judo en jiu-jitsu zijn allebei een spel. Je kunt het alleen maar spelen met iemand die het spel ook kent en die zich net als jij aan de volgende spelregels houdt:

  1. Vergeet nooit dat de Dojo (judozaal) een plaats is van geestelijke en lichamelijke vorming.
  2. Groet bij het betreden en verlaten van de mat.
  3. Neem de regels van de beleefdheid en de bijzondere regels van de Dojo zorgvuldig in acht:
  • Doe onder alle omstandigheden je best je partners te helpen en nooit hinderlijk of onaangenaam te zijn.
  •  Respecteer de hogere banden en aanvaard hun raadgevingen en tips zonder meer. Hunnerzijds moeten de hogere banden aandachtig en vriendelijk de vooruitgang bevorderen van hen, die minder ver zijn.
  • Wanneer je niet oefent, bijvoorbeeld om uit te rusten of naar uitleg te luisteren van de leraar, doe je dit volgens de regels, d.w.z. op de voorgeschreven wijze knielend of in kleermakerszit of anders staande zonder ergens tegenaan te leunen.
  • Onnodig spreken en zeker over andere zaken dan judo vermijden.
  • In de Dojo wordt de judogi (judokleding) niet uitgetrokken.
  1. Besteed voortdurend zorg aan de correctheid en de netheid van je uiterlijk. Draag een schone judogi (na trainingen verluchten en regelmatig wassen). Zorg ervoor da de judogi goed zit (indien nodig rechttrekken). Het is niet toegestaan de judogi buiten de dojo te dragen.
  2. Zorg dat lange haren in een staart zijn, met elastiek zonder ijzertje. 
  3. Het is voor heren verboden een kledingstuk onder de jas van de judogi te dragen, behalve als men hiervoor toestemming van de leraar heeft gekregen. Dames mogen een hemd of een T-shirt onder de jas van de judogi dragen.
  4. De nagels van handen en voeten moeten kort geknipt zijn. Het is verplicht om met slippers van de kleedkamer naar de dojo te lopen.
  5. Bij het oefenen geen kettingen, ringen of piercings dragen die de drager of zijn partner zouden kunnen kwetsen.
  6. Houd het lesrooster precies aan. Wees tijdig op de trainingen en verlaat de dojo niet voor het einde van de les van de leraar, tenzij hij/zij hiervoor zijn/haar toestemming heeft verleend.
  7. Aan het begin en aan het einde van de les groeten de leraar en zijn leerlingen elkaar.
  8. Voor en na het gezamenlijke oefenen groet men elkaar beleefd. De hogere band plaatst zich met de rug naar de ereplaats. Iedereen zorgt ervoor dat zijn judogi in orde is.